Vaktermen
� Koelmiddelen Vloeistoffen die voor het opwekken van koude gebruikt kunnen worden noemt men koelmiddelen. Ze hebben een verhoudingsgewijs laag kookpunt, zo laag, dat de warmte van de in het koelapparaat opgeslagen levensmiddelen het koelmiddel tot koken resp. verdampen kan brengen. � Koelmiddelcircuit Gesloten circuit, waarin zich het koelmiddel bevindt. Het koelmiddelcircuit bestaat in principe uit een verdamper, een compressor, een condensor en pijpleidingen. � Verdamper In de verdamper verdampt het koelmiddel. Deze warmte wordt aan het interieur van het apparaat onttrokken, dat daardoor afkoelt. Net als alle vloeistoffen hebben koelmiddelen warmte nodig om te verdampen. Daarom zit de verdamper binnen in het apparaat of direct achter de binnenwand en is daardoor niet zichtbaar. � Compressor De compressor heeft de vorm van een kleine ton. Hij wordt door een ingebouwde eletromotor aangedreven en is aan de achterkant van de sokkel geplaatst. De taak van de compressor is dampvormige koelmiddelen aan de verdamper te onttrekken, samen te persen en verder naar de condensor te leiden. � Condensor De condensor heeft meestal de vorm van een rooster. In de condensor wordt het door de compressor samengeperste koelmiddel vloeibaar gemaakt. Daarbij komt warmte vrij, die via het oppervlak van de condensor aan de omringende lucht wordt afgegeven. De condensor wordt daarom aan de buitenkant, meestal aan de achterkant van het apparaat geplaatst.