- Sluit het koppelstuk aan de waterkraan aan, let op dat de pakking goed op z'n plek zit. - Draai de waterkraan open.
De watertoevoerslang mag niet verlengd worden. Als de slang te kort is, neem dan contact op met onze service-afdeling.
3.6. Waterafvoer
- Monteer de slanghouder op de afvoerslang. - Plaats de slang in een afvoerpijp (of in een gootsteen) op een hoogte tussen 70 en 100 cm. Zorg ervoor dat de slang niet kan wegglijden.
Het uiteinde van de afvoerslang moet altijd belucht zijn om te voorkomen dat er water wordt overgeheveld. Belangrijk: de afvoerslang mag in geen geval verlengd worden.Als de slang te kort is, neem dan contact op met een erkend installateur.
3.7. Elektrische aansluiting
Vaste aansluiting aan het elektriciteitsnet mag alleen door een erkend elektro-installateur worden uitgevoerd. Bij het aansluiten moet aan de algemeen en plaatselijk geldende voorschriften van het elektriciteitsbedrijf strikt de hand worden gehouden. Controleer vóór het in gebruik nemen of de op het typeplaatje aangegeven netspanning en stroomsoort overeenkomen met netspanning en stroomsoort op de plaats van opstelling. Op het typeplaatje vindt u ook de vereiste waarde van de installatieautomaat of smeltveiligheid in uw groepenkast. De machine mag niet d.m.v. een verlengsnoer worden aangesloten.