OPSTEL- EN AANSLUITAANWIJZING Opstellen van de afwasautomaat
� De afwasautomaat moet stabiel en waterpas op een vlakke vloer worden opgesteld. � Schroefvoeten met de schroefsleutel uitdraaien om oneffenheden in de vloer te compenseren en de hoogte van het apparaat aan andere meubelen aan te passen : � met een schroevendraaier
� Bij onderbouw-afwasautomaten moeten de voeten met een schroevendraaier vooraan aan het toestel afgesteld worden. � Afvoerslang, toevoerslang en aansluitsnoer moeten binnen de sokkeluitsparing achter vrij beweeglijk liggen, opdat de slangen en het snoer niet geknikt of platgedrukt worden.
Vrijstaande apparaten
kunnen zonder extra bevestiging worden opgesteld.
1
Als de afwasautomaat direct naast een gas- of kolenfornuis wordt opgesteld, moet tussen fornuis en afwasautomaat een warmte-isolerende, niet brandbare plaat vlak tegen de bovenkant van het werkblad (diepte 57,5 cm) worden aangebracht. Deze plaat moet aan de kant van het fornuis van aluminiumfolie voorzien zijn.