Onderhoud
1. De buitenkant
De buitenkant van de machine kunt u, naar behoefte, reinigen met een vochtige doek en een neutraal huishoudschoonmaakmiddel. Moderne schoonmaakmiddelen drogen doorgaans streeploos op. Nalappen met schoon water en daarna droogzemen. Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en dergelijke oplosmiddelen.
3. Het toevoerfilter
Wanneer u merkt dat de machine langer over het wateropnemen gaat doen, verdient het aanbeveling om het toevoerfilter te controleren op verstopping. Daartoe draait u eerst de kraan dicht en vervolgens draait u de slangwartel van de kraan af. Trek nu het filter uit z�n behuizing. Reinig het met een borsteltje en plaats het weer terug. Draai de wartel weer stevig op de kraan.
2. De wasmiddellade
Wasmiddelen en wasverzachter koeken na verloop van tijd aan. Maak de wasmiddellade af en toe schoon onder de stromende kraan. U kunt daartoe de lade geheel uit de machine nemen door op de pal, links achterin, in te drukken. De bovenkant van het vakje voor de wasverzachter kunt u, ten behoeve van het schoonmaken, verwijderen.
P0041
4. Het afvoerfilter
Het afvoerfilter is bedoeld voor het opvangen van grove pluis en rafels. Raakt het filter verstopt, dan zal onherroepelijk programmastoring optreden. Controleer regelmatig of het filter schoon is. Open het klepje. Plaats een schaaltje onder het filter en schroef het filter linksom los.
P0202
P0203
Ook in de behuizing van de wasmiddellade kan zich op den duur wasmiddel verzamelen. Maak de binnenkant met een oude tandenborstel schoon. Plaats de lade terug in z'n behuizing en laat de machine, zonder wasgoed, een spoelgang doen.
P0011
P0132
Trek het filter uit het filterhuis. Reinig het filter onder de stromende kraan.