Waterafvoer
De bocht van de slang kunt u op drie manieren
plaatsen: Over de rand van een wasbak. U moet dan ervoor zorgen dat de bocht niet, door het snel uitstromende water, van de rand kan schieten. Bijvoorbeeld met een touwtje aan de kraan of aan een haak in de muur ophangen.
Fig. 8
In een aftakking van de wasbakafvoer. De aftakking moet van een sifon (stankafsluiter) voorzien zijn en zodanig gemaakt, dat de bocht van de slang zich op tenminste 60 cm van de vloer waarop de machine staat bevindt. In een afvoerpijp. Wij adviseren een standpijp van tenminste 60 cm hoog. De hoogte mag echter niet meer dan 90 cm zijn.
90 cm Max.
Controleer op het typeplaatje of de machine voor 220...230V/50Hz gemaakt is. De machine is voorzien van een drie-aderig aansluitsnoer en steker met aardcontacten. De steker mag u uitsluitend plaatsen in een stopcontact met (aangesloten en functionerende) aardcontacten. U mag het aansluitsnoer niet verlengen. Indien het te kort blijkt te zijn, laat uw installateur dan het stopcontact verplaatsen. Het gebruik van verlengsnoer of kabelhaspel is gevaarlijk en daarom niet toegestaan. In bad- of doucheruimten moet doorgaans een zogeheten �vaste aansluiting� gemaakt worden. Raadpleeg uw installateur. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of letsel, veroorzaakt door het niet voldoen aan de bovenstaande veiligheidsmaatregelen.
60¡ 40¡
ASR
1,5 Max.
EW21
Fig. 9
Het uitstroomeind van de slang moet altijd belucht zijn, dat wil zeggen dat de binnendiameter van de pijp groter moet zijn dan de buitendiameter van het slangeind. U mag de afvoerslang verlengen. Het verlengstuk mag niet langer dan 1,5 m zijn. Gebruik een verlengslang van dezelfde binnendiameter en een originele koppeling. De verlengde slang legt u vanuit de machine over de vloer en pas bij de afvoermogelijkheid naar omhoog.