2 1
In het wasmiddelbakje vindt u drie vakken: Vak 1 = bij programma�s zonder voorwas ontharder; bij programma�s met voorwas of inweken poedervormig wasmiddel en poedervormige ontharder = poedervormig wasmiddel voor de hoofdwas; bij programma�s met voorwas ook ontharder = vloeibaar nabehandelingsmiddel (wasverzachter, stijfsel) Wasmiddel doseren
Vak 2
Vak 3
Let ook op het volgende: Bij programma�s met voorwas en dosering van wasmiddel en ontharder in hetzelfde vak altijd eerst wasmiddel en dan ontharder doseren. Daarmee voorkomt u dat zeepresten in de wasmiddellade achterblijven. Als u de voorkeur geeft aan vloeibaar wasmiddel, dan gebruikt u voor het doseren ervan de door de wasmiddelindustrie aangeboden doseerhulpjes. Doseer deze middelen volgens de aanwijzingen van de fabrikant. Doseren van poedervormige middelen