Waterafvoer
Het uiteinde van de afvoerslang kan op drie manieren worden aangesloten: Over de rand van een wasbak met hulp van een kunststof slangenhouder die samen bij de machine is geleverd. In dit geval dient u er voor te zorgen dat de houder waarin de slang over de rand van de wasbak is bevestigd niet kan losschieten, als de machine aan het pompen is. Om het wegglijden van de slang te voorkomen kunt u hem het beste met een stuk touw vastmaken aan de waterkraan of aan een haak in de muur bevestigen. Op een afvoerpijp van de wasbak. De hoogte van de afvoerpijp moet zich minstens 60 cm boven de grond bevinden. Rechtstreeks op een afvoerpijp op een hoogte van minimaal 60 cm en maximaal 90 cm. Het uiteinde van de afvoerslang moet altijd zijn belucht, d.w.z. de binnendiameter van de afvoerpijp moet groter zijn dan de buitendiameter van de afvoerslang. In de afvoerslang mag geen knik zitten. Belangrijk: De afvoerleiding mag in geen geval verlengd worden. Het niet naleven van deze regels zou tot een abnormale werking van uw toestel kunnen leiden.