STORINGEN
Indien het apparaat niet goed funktioneert, kontroleer dan:
Storing Apparaat wrkt niet.
Verhelpen - Apparaat is niet aangezet; apparaat aanzetten. - Stekker zit niety in het stop-contact of zit los; stekker in stop contact teken. - Zekering is los of kapot; zekering controleren, eventueel vernieuwen. - Stopcontact is kapot; storingen in het lichtnet door Uw electrovakman laten verhelpen. - Temperatuur is te laag ingesteld; temperatuurregelaar tijdelijk op een hogere stand zetten. - Temperatuur is niet juist ingesteld; zie hoofdstuck �Ingestbruikname�. - Deur heeft te lang opengestaan; deur slechtszo lang open laten als notig is. - In de laatste 24 uur zijn grotere hoeveelheden warme levensmiddelen opgeslagen; temperatuurregelaar op een koudere stand zetten. - Het apparaat staat naast een warmtebron; zie hoofdstuk �Platats van opstelling�. - Lamp is kapot; zie hoofdstuk �Vervangen van de lamp�. - Deurafdichting is lek (eventueel na het verwisselen van de deuraanslag); op de ondichte plaatsen de deurafdichting voorzichtig met een föhn® verwarmen (niet heter dan ca. 50°C). Tegelijkertijd de verwarmde deurafdichting met de hand zo in vorm trekken dat hij weer helemaal sluit.
Apparaat koelt te sterk. De levensmiddelen zijn te warm.
Binnenverlichting werkt niet. Sterke rijpvorming in het apparaat, eventueel ook aan de deurafdichting.
Na het wijzigen van de temperatuurinstelling start de compressor niet direct.
- Dit is normaal, het betreft geen storing; de compressor start na enige tijd automatisch. - Ontdooiwaterafvoer is verstopt; zie hoofdstuk �Het Ontdooien�.
Water op de bodem van de koelruimte of op de planken.
Kunt u de storing niet zelf lokaliseren en verhelpen, raadpleeg dan de dichtsbijzijnde servicedienst. Geef daarbij altijd het model en het typenummer van de kast op. Deze gegevens vindt u op het garantiebewijs of op het typeplaatje dat zich linksonder aan de binnenzijde van het apparaat bevindt.